Kleine en Wilde Zwaan – Bewick’s and Whooper Swan (video)

Op het eerste oog lijken het allemaal dezelfde zwanen, maar niets is minder waar. Er zit wel degelijk verschil tussen de Kleine Zwaan (Bewick’s Swan) en Wilde Zwaan (Whooper Swan). Kijk maar eens goed naar het eerste deel van deze video. De Wilde Zwaan is duidelijk groter. De hals is lang en slank en de snavel geel met zwart, waarbij het geel uitloopt tot een punt tot onder het neusgat. De Kleine Zwaan heeft een, naar verhouding, kortere hals en een overwegend zwarte snavel, met alleen geel aan de basis. Ik gebruik altijd het volgende ezelsbruggetje: Een Wilde Zwaan heeft Weinig Zwart op de snavel.
In het tweede deel van de video zijn Wilde Zwanen te zien. Ze zijn zo groot als een Knobbelzwaan, maar veel slanker (en dus lichter), waardoor ze kleiner lijken. Het is maar goed ook dat ze niet zo log zijn als een knobbelzwaan, anders zouden ze de reis van en naar het broedgebied niet kunnen afleggen. In het laatste deel van de video zie je Kleine Zwanen. Net als Wilde Zwanen zijn het luidruchtige vogels met een trompetterend geluid, waarbij de Kleine Zwaan iets minder schel klinkt als de Wilde Zwaan.
Er zijn meer verschillen tussen de Kleine en Wilde Zwaan. Daar waar de Kleine Zwaan alleen op de toendra’s van het uiterste Noordoosten van Europa (Siberië) broedt, broeden de Wilde Zwanen in het gehele Noorden van Europa. De trend van de laatste jaren is dat de Wilde Zwaan steeds zuidelijker gaat broeden, met zelfs in Nederland een paar gevallen, echter met wisselend succes. Kleine Zwanen trekken in het najaar vanuit het broedgebied richting het Zuidwesten. Een groot deel van de wereldpopulatie overwintert in Nederland, zo’n 10.000 exemplaren (op 15.000 totaal). Voor de Wilde Zwaan ligt Nederland aan de (zuidwestelijke) rand van hun overwinteringsgebied. Het belang van ons land voor overwinterende Wilde Zwanen is dan ook kleiner: ongeveer 4.000 op 90.000 exemplaren. Beide soorten zijn vooral te vinden op en rond grote wateren, zoals het Lauwersmeer. Ze voeden zich daar met winterknollen van waterplanten, gras en oogstresten op akkers.