Bij sommige vogelsoorten die niet in Nederland broeden vraag ik mij wel eens af wanneer ze broeden. Je ziet ze hier terwijl ze op weg zijn naar het broedgebied. Maar kort daarna, terwijl het hier nog steeds hoogzomer is, komen ze alweer langs, nu op weg terug naar het Zuiden. De Temmincks Strandloper (Temminck’s Stint) is daar een voorbeeld van. Ze broeden van Scandinavië tot het Noorden van Rusland en overwinteren diep in Afrika. Ze hebben dus een lange weg te gaan. Je kunt ze soms tegen komen op slikstrandjes en in moerasgebieden met lage begroeiing, waar ze energie op doen voor de rest van de reis. Temmincks Strandlopers zijn niet zeldzaam in Nederland, maar toch zie je ze weinig. Dit komt door hun geringe grootte (je zou het niet zeggen als je de foto ziet, maar ze zijn niet groter dan een Huismus) en goede schutkleuren. Herkenning kan soms best lastig zijn, vooral van afstand. Het verschil met bijvoorbeeld de sterk gelijkende Kleine Strandloper is vooral de kleur van de poten (de Temmincks Strandloper is een van de weinige strandlopers met gelige poten) en het langere achterlijf. Ook de plek waar je ze ziet kan doorslaggevend zijn. Temmincks Strandlopers zie je namelijk alleen bij zoet water, Kleine Strandlopers zijn ook aan het wad te vinden. In de zoete gedeelten in het Lauwersmeergebied zijn momenteel Temmincks Strandlopers te zien. Over twee maanden kun je ze daar ook weer aantreffen, maar dan zijn ze alweer op ‘wintertrek’. In de zomer!