Een verhaaltje over de Huiszwaluw (House Martin) kan nog net aan het einde van september. De meeste Huiszwaluwen zijn alweer onderweg naar zuidelijk Afrika om te overwinteren, maar een enkele kun je nog wel zien vliegen, vaak in gezelschap van andere zwaluwsoorten. De Huiszwaluw is voornamelijk te herkennen aan de witte stuit. Verder zijn ze wit van onderen en zwart van boven (behalve de witte stuit dus), waarbij de rug en kop een blauwachtige glans hebben. De staart is kort en ondiep gevorkt. Ze bouwen een komvormig nest van zand en klei tegen gevels van huizen en gebouwen, meest vlak onder de dakgoot aan de oost- of noordoostzijde. Voorwaarde is verder dat er een open gebied is met zowel water (om voedsel te zoeken) als modder (om de nesten te bouwen) aanwezig is binnen enkele honderden meters van de nestplaats. Huiszwaluwen broeden in kleine kolonies en hebben meestal 2 legsels per jaar. In de afgelopen 50 jaar is het aantal Huiszwaluwen met meer dan 75% afgenomen! In de grote steden zijn nauwelijks nog Huiszwaluwen aanwezig. Recentelijk lijkt er weer een lichte stijging zijn. In de Groninger binnenstad (UMCG-terrein bijvoorbeeld) broeden weer kleine aantallen Huiszwaluwen. Ook in het nieuwbouwdorp Meerstad worden Huiszwaluwen gestimuleerd te broeden. Afgelopen zomer zijn er meer dan 50 nesten geteld.