Deze sierlijke reiger is een Grote Zilverreiger (Great Egret). Met name in de winterperiode zijn ze volop te vinden in weide- en moerasgebieden. Het zijn echter zeldzame broedvogels in Nederland, een dikke 200 paar slechts. Er is 1 grote kolonie in de Oostvaardersplassen, maar gelukkig breiden ze zich wel uit, onder andere naar De Wieden (Kop van Overijssel). Nu de broedtijd weer voorbij is zie je ze opeens weer overal. In heel Nederland overwinteren uiteindelijk zo’n 7000 exemplaren. Dit zijn niet alleen de Nederlandse Grote Zilverreigers, maar vooral ook vogels uit Oost-Europa. Mooi is altijd dat er ook slaapplaatsen van vele tientallen Grote Zilverreigers zijn. De Grote Zilverreiger is een nauwelijks te missen soort: groot, geheel wit, puntsnavel en in vlucht met ingetrokken hals. In broedtijd kleurt te snavel korte tijd zwart en (het bovenste gedeelte van) de poten roodachtig. Al snel kleurt de snavel weer geel en de poten, via geel, naar zwart. Alleen de Kleine Zilverreiger en de Lepelaar vertonen enige gelijkenis. De Kleine zilverreiger is echter zeldzamer, duidelijk kleiner, heeft eveneens zwarte poten, maar met gele tenen. De Lepelaar heeft een duidelijk andere (lepelvormige) snavel en vliegt met gestrekte hals. In onze provincie kun je met name van augustus tot mei de Grote Zilverreiger bijna overal aantreffen. Alleen op het wad zul je ze niet zo snel zien, maar wel weer in en rond de binnendijkse sloten en plassen.