De Glanskop (Marsh Tit) is een echte bosbewoner en daarom niet in grote getale aanwezig in de provincie Groningen. In het Zuidoosten van de provincie vind je de meeste Glanskoppen. Vooral oudere loofbossen met beuken zijn in trek omdat ze in de winterperiode grotendeels afhankelijk zijn van beukennoten. Glanskoppen zijn mezen, in tegenstelling tot de bekende Koolmees en Pimpelmees zijn ze zowel door hun gedrag als door hun onopvallende verenkleed niet erg zichtbaar. Ze hebben een vaalbruin lichaam, donkerbruine vleugels en een witte kop met zwarte kap en kin. Maar let op: er is nóg een mezensoort die er bijna net zo uit ziet! De Matkop. Vaak worden deze twee soorten door elkaar gehaald. De beste uiterlijke kenmerken zijn de witte vlek op de snavelbasis en een tweekleurige (wit/vaalbruin) wang/nek, maar in het veld is dit nauwelijks te zien. Verder onderscheid is mogelijk op basis van het ontbreken van een lichte baan op de armpennen in combinatie met een relatief slank lichaam. Qua geluid is er gelukkig wel duidelijk onderscheid te maken. Zowel de roep als de zang van de Glanskop is gevarieerder dan dat van de Matkop.