Scholekster – Oystercatcher

De Scholekster (Oystercatcher) is een niet te missen steltloper: zwartwit verenkleed, oranjerode snavel, stevige bouw en een schel en luidruchtige roep. Ze leven van nature vooral op kwelders (in Groningen dus langs de Waddenzee- en Eems/Dollard-kust), maar ook op graslanden in het binnenland. De laatste jaren ziet men ook dat Scholeksters in steden gaan broeden. Ook in Stad Groningen is dat het geval. Ze gebruiken daarvoor platte dagen die met grind zijn bedekt. In het broedseizoen kun je ze dus bijna overal in de provincie vinden, alleen niet in bosrijke gebieden. In de winterperiode zijn Scholeksters vooral aan de kust te vinden. De Scholekster die op de kwelders leeft, eet vooral schelpdieren, zeepieren, krabben en garnalen. Leven ze verder landinwaarts dan zijn het vooral regenwormen en insecten. Doordat zijn snavel hard groeit (maar ook hard slijt) kan hij veranderen van vorm, al naar gelang zijn menu: een puntige snavel voor het zoeken naar wormen in de grond en een stompe snavel bij het eten van schelpdieren. Het gaat niet goed met de Scholekster. Alweer was het een slecht broedseizoen. Het droge voorjaar, overstromingen van broedgebieden door zomerstormen, predatie, er zijn vele oorzaken te noemen. In alle Nederlandse studiegebieden zijn nog geen 0,09 jongen per paar vliegvlug geworden, terwijl er 0,35 vliegvlugge jongen per paar nodig zijn om de soort in stand te houden (Bron). Het lijkt er wel op dat de stedelijke scholeksterpopulatie een hoger broedsucces heeft dan elders. De oorzaak daarvan wordt onderzocht.